De Belgische hockeymannen sleepten in december 2018 hun eerste wereldtitel ooit binnen. In India werd Nederland in de finale verslagen na shoot-outs, met 3-2. Hierna kwamen de spelers in opspraak omdat ze gewed zouden hebben op wedstrijden tijdens de eindronde. Nu blijkt dat ze dat toch niet gedaan hebben.
Direct na de aantijgingen van La Dernière Heure en La Libre dat twee hockeyers uit de WK-selectie op wedstrijden hadden gewed, werd een onderzoek ingesteld. Volgens een woordvoerster van de Belgische kansspelcommissie zijn er ‘geen inbreuken op de wetgeving vastgesteld’.
Celstraf
Het is niet toegestaan volgens de Belgische wet op kansspelen om als sporter te wedden op een competitie waarin je zelf ook meedoet. Zelfs als het gaat om wedstrijden tussen twee andere teams, is dit niet toegestaan. Er staat zelfs een straf op variërend van een boete tot een (voorwaardelijke) celstraf.
Serge Pilet, secretaris-generaal van de Belgische hockeybond KBHB, liet al snel na de beschuldigingen weten zeker te weten dat het met een sisser af zou lopen. “Er is absoluut geen paniek bij ons”, zei hij destijds. “Alle spelers die aanwezig waren op het WK, in totaal 20, zeggen heel duidelijk dat ze niet gegokt hebben op dat WK.”
Opgeblazen
Arthur Van Doren, een van de sterspelers van de Belgische hockeyploeg, vond het maar een ‘opgeblazen verhaal’. Hij vertelde: “De kansspelcommissie heeft een aantal documenten opgevraagd om te kijken of er überhaupt sprake is van iets. Ik denk dat het even snel zal gaan liggen als het opgekomen is.”
Uiteindelijk bleek één speler van de Belgische ploeg wel op wedstrijden tijdens het WK te hebben gewed. Hij was echter niet opgenomen in de nationale ploeg en was dus ook niet aanwezig op het eindtoernooi in India. Pas na het toernooi werd deze speler opgeroepen voor het nationale team.
